Betrekken van overheden, burgers & bedrijven

Optie 1: In eerste instantie zelfstandig acteren; Nadruk op het informeren van burgers, bedrijven en (andere) overheden

  • De focus in de organisatie ligt bij het uitvoeren van de eigen kerntaken. De organisatie is sterk gericht op uitvoering en beheer.
  • De aansturing van de eigen sector is centraal belegd en top-down georganiseerd.
  • Participatie van externe partijen (overheden, burgers, marktpartijen) in besluitvorming en uitvoering is beperkt; Samenwerking en participatie wordt alleen gezocht als dit direct bijdraagt aan de realisatie van het eigen beleid en eigen doelstellingen.
  • In het betrekken van externe partijen ligt de nadruk op ‘informeren’. Bestaande organisaties bepalen de agenda voor besluitvorming en informeren belanghebbenden over gemaakte keuzes.

Optie 2: Actief samenwerken met een selectieve groep van sectorale partners.

  • De organisatie zoekt actief de ruimte op rond de eigen kerntaken
  • De organisatie werkt intensief en op basis van gelijkwaardigheid samen met overheden en bedrijven in de eigen sector.
  • Het ontwerp van nieuwe systemen is integraal georganiseerd, maar realisatie en beheer blijven sectoraal belegd.
  • Inspraak van burgers, overheden en bedrijven buiten de sector geschiedt voornamelijk op basis van ‘consultatie’ (derden zijn gesprekspartners beleidsontwikkeling, maar advies is niet bindend) en ‘advisering’ (derden dragen problemen aan en formuleren oplossingen; men verbindt zich in principe aan het advies en kan alleen beargumenteerd afwijken).

Optie 3: Actief samenwerken met breed pallet aan bekende en minder bekende partners.

  • Maatschappelijk opgaven staan op gelijke hoogte met sectorale doelstellingen.
  • De organisatie stelt zich op als knooppunt in een breed en gevarieerd netwerk van partijen; Samenwerking is flexibel en wordt veelal lokaal in overleg met andere partijen ingericht.
  • Co-creatie tussen actoren en beleidsvelden is de norm. Niet alleen in de ontwerpfase, maar ook in de realisatiefase, en de beheerfase.
  • Samenwerking en participatie met geschiedt veelal op basis van ‘Co-productie’ (beleidskeuzes worden gezamenlijk gemaakt en oplossingen worden bepaald en vormgegeven).

Optie 4: Vergaand samenwerken met partners binnen en buiten de eigen sector

  • Maatschappelijke meerwaarde staat boven sectorale doelstellingen.
  • Er is sprake van vergaande integratie van nutsfuncties en -diensten. Overheden, (nuts)bedrijven en/of burgers richten eventueel samen multi-utility organisaties op (integraal nutsbedrijf water-energie-afval) en worden onderdeel daarvan.
  • Interne samenwerking is veelal georganiseerd op basis van ‘Co-productie’ (beleidskeuzes worden gezamenlijk gemaakt en oplossingen worden bepaald en vormgegeven).
  • Participatie en samenwerking met externe partijen (d.w.z. niet onderdeel van de multi-utility) kan, afhankelijk van het doel, diverse vormen aannemen. Van ‘informeren’ tot ‘adviseren’ en ‘co-produceren’.

Optie 5: Nadruk op het bieden van ondersteuning aan (georganiseerde) burgers en bedrijven

  • De (maatschappelijke) doelstellingen van andere organisaties staan voorop.
  • De eigen organisatie richt zich vooral op het aanjagen van samenwerking en het faciliteren van co-creatie processen; Externe partijen (overheden, burgers, marktpartijen) zijn relatief autonome organisaties en dragen veel eigen verantwoordelijkheid.
  • De eigen organisatie heeft een ondersteunende rol en laat de (inhoudelijk) besluitvorming over het beleid over aan de betrokkenen.
  • Kaders en richtlijnen voor samenwerking en participatie worden (lokaal) opgesteld in samenwerking met betrokken partijen.

<< Terug naar overzicht