Taal van transitie: integraal
Welkom in ‘Integralië’ stond in de uitnodiging voor de afsluitende bijeenkomst van de City Deal Openbare Ruimte. Koppelkansen werkt aan Integrale Gebiedsplannen (IGP). ‘Integraal’ lijkt een opmars te maken als ‘het nieuwe normaal’. Maar is integraal werken wel zo nieuw? Waarom komen professionals die aan de openbare ruimte werken het tegenwoordig zo vaak tegen? En wat moet er dan integraal?
Wat is integraal?
Het woord ‘integraal’ komt uit het Frans en werd in de 19e eeuw geïntroduceerd. Aan de eind van de vorige eeuw, toen ik sociale geografie studeerde, was het ook al een veelgebruikte term voor het betrekken van allerlei aspecten in gebiedsontwikkeling. Volgens de Dikke van Dale betekent ‘integraal’ ‘voltallig’ of ‘geheel’. Ook geeft de Dikke van Dale aan dat het een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord is. Logisch zul je denken, maar toch is het zinvol om te bedenken wat voor zelfstandig naamwoord erop volgt: een integrale beleidsplan of integraal ontwerp (een document) is toch iets anders dan een integrale aanpak of integraal werken (een werkwijze).
Wat betekent integraal werken? Wat integreer je dan? Volgens de VNG gaat het om het geheel van perspectieven van verschillende professionals, een integrale afweging van alle belangen (initiatiefnemer, omwonenden, beleidsbelangen) en om de organisatie van de samenwerking. Integraal beleid kun je ook zien als een ‘hogere stap in de piramide’, met aan de voet van de piramide ‘samenwerking’, in het middengedeelte ‘coördinatie van beleid’ in de top ‘integraal beleid’ (Stead and Meijers, 2009).
Waarom struikel je er nu over?
Waarom komen professionals die zich bezig houden met transities het woord nu om de haverklap tegen? Ateliermeester Thijs van Spaandonk van CDOR verwoordde dat mooi: ‘Een integrale aanpak is essentieel voor het tijdig en effectief aanpakken van de vele uitdagingen in de openbare ruimte. Alleen zo kunnen we de toenemende drukte en complexiteit het hoofd bieden, conflicten tussen verschillende belanghebbenden verminderen, graafschade beperken, de kosten van beheer en onderhoud onder controle houden en de leefbaarheid voor bewoners verbeteren.’ Het werken aan duurzame steden maakt het belang van integratie goed zichtbaar omdat stedelijke ontwikkeling uitgebreid moet worden met de verantwoordelijkheid om daar de natuur, de toekomstige generaties en de verbinding naar andere gebieden bij te betrekken (denk aan de consumptie- en productieketens). Tegelijkertijd maakt het complexe karakter (van duurzaamheid) integratie juist extra moeilijk (Holden, 2012). Denk bijvoorbeeld aan de onzekerheid van de impact van klimaatverandering.
‘Niet altijd alles met zijn allen doen’
‘Waar en wanneer gaan we voor integraal? We kunnen toch moeilijk altijd alles met zijn allen doen?’ is een veel gestelde vraag. Onderzoek laat zien dat juist in de eerste fase van de ontwikkeling van een gebied of van een product, het belangrijk is om die perspectieven en belangen bij elkaar te brengen om zo een compleet mogelijk beeld en een gedeeld begrip te krijgen van de gehele opgave (o.a. Stam, van Ewijk, Chan, 2023). Dat vergt aanpassen van praktijken en routines omdat organisaties hier nog niet goed op zijn toegerust (o.a. Grin, 2000). Daarnaast weten we dat ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ niet op gaat bij processen rond integraal werken. Te veel actoren en stemmen aan tafel kan verlammend of vertragend werken (o.a. Holden, 2012). Wat wel werkt: een procesontwerp maken waarin goed wordt nagedacht over wie je in welke fase om tafel moet hebben en daar doorlopend op reflecteren en dit zo nodig aanpassen.
Het Integraal Gebiedsplan waar de gemeente Amsterdam, Waternet, Liander en andere partners aan werken, richt zich vooral op de ondergrondse puzzel. Om het volledige beeld te krijgen van die puzzel is al een hele opgave. ‘Het sociale domein’ komt ook steeds meer in beeld. In een interview merkte iemand terecht op: ‘We zijn dan wel samen met het Integraal gebiedsplan aan de slag, maar we missen ook nog wel veel spelers. Wanner gaan we de gebruikers betrekken?’ Al werkende wordt het beeld steeds completer. Het vergt doorlopende reflectie op de integrale opgaven om te bepalen welke perspectieven en belangen je in welke fase van het proces moet integreren.
Edith van Ewijk postdoc onderzoeker Stepping Out, UvA en TU Delft
Bronnen:
CDOR (2024). Op weg naar Integralië : Routekaart voor een integrale aanpak van stedelijke transitieopgaven door de City Deal Openbare Ruimte, april 2024.
CDOR (2024). Toolbox integrale aanpak openbare Ruimte van CDOR:
Grin, J. (2020). ‘Doing’ system innovations from within the heart of the regime. Journal of Environmental Policy & Planning, 22(5), 682-694.
Holden, M. (2012). Is integrated planning any more than the sum of its parts? Considerations for planning sustainable cities. Journal of Planning Education and Research, 32(3), 305-318.
Stam, K., van Ewijk, E., & Chan, P. W. (2023). How does learning drive sustainability transitions? Perspectives, problems and prospects from a systematic literature review. Environmental Innovation and Societal Transitions, 48, 100734.
Stead, D., and E. Meijers. 2009. Spatial planning and policy integration: Concepts, facilitators and inhibitors. Planning Theory and Practice 10 (3): 317-32.
VNG (n.d.) Integraal werken, onderdeel van aspecten van de veranderopgave