Taal van transitie: Lerende organisaties

transitietaal-scrabble-letters

Binnen Koppelkansen is er veel aandacht voor leren binnen organisaties en de inbedding van leren in de organisatie. Maar wat is een ‘lerende organisatie’? Edith van Ewijk neemt jullie mee naar enkele inzichten uit de literatuur rond organisatieleren.

Er zijn wetenschappers die stellen dat leren alleen op individueel niveau plaatsvindt en dat organisaties niet kunnen leren. Een organisatie bestaat in hun ogen uit een verzameling van mensen, praktijken, regels, routines en materiële zaken. De meeste wetenschappers zien organisatieleren echter als: individueel leren in een sociale context, waarbij het leren binnen de organisatie wordt ingebed. Binnen Koppelkansen is er gaandeweg steeds meer aandacht gekomen voor het betrekken van meerdere personen en ‘lagen’ binnen de organisatie, inclusief de directie en leidinggevenden. Ook de groep die leert over nieuwe werkwijzen zoals het Integrale Gebiedsplan (IGP) is groter geworden. Het individueel leren wordt steeds meer ingebed in de sociale context. Tegelijkertijd wordt erkend dat de groep die met IGP bekend is, nog steeds beperkt is.

Risico’s nemen

De Zweedse wetenschapper Mikael Holmqvist stelt dat organisaties die willen leren, een variëteit aan ervaring moeten opdoen door te experimenteren, innoveren en door risico’s te nemen (‘exploratie’ noemt hij dat). Daarnaast moeten ze betrouwbaarheid in hun ervaring creëren: hierbij gaat het om de verfijning en ontwikkeling van routines, de uitwerking van bestaande ervaringen en versterken van de productie (een proces van ‘exploitatie’). Deze twee elementen, – exploratie en exploitatie – moeten in balans zijn. Lerende organisaties zijn dus organisaties die beiden doen: ze bieden ruimte voor vernieuwing, maar ook voor het opbouwen van de betrouwbaarheid van nieuwe werkpraktijken.

Allemaal lessen die veel Koppelkansers en deelnemers van de leergang Systeeminnovatie bekend zullen voorkomen. Zo vroegen deelnemers van de leergang die zelf actief aan het IGP werken, tijdens een afsluitende sessie om ruimte en vertrouwen van hun leidinggevenden, waarbij ze ‘niet op een gangbare project-achtige manier afgerekend zouden worden’. En in de discussie met de groep leidinggevenden stonden vragen centraal als: Hoe zorg je ervoor dat mensen ook durven om zich op onbekend terrein te begeven waar richtlijnen niet meer gelden? En zijn er ongeschreven regels die we (nu) niet herkennen, maar waar wel aandacht voor moet zijn?

Binnen het netwerk van Koppelkansen wordt daarnaast ook gewerkt aan het uitwerken van IGP-onderdelen of modules. Daarmee werken de organisaties dus aan die betrouwbaarheid van de nieuwe werkwijze, zoals Holmqvist aangeeft. Dat proces van experimenteren, innoveren, vertrouwen geven en vastleggen van processen gaat niet zonder slag of stoot, zoals elders beschreven in de nieuwsbrief, maar tegelijkertijd worden er dus wel enorme stappen gezet als ‘lerende organisaties’.

Zoektocht naar inbedding

Voor systeemverandering is het ook nodig dat organisaties samen optrekken en dus leren tussen organisaties. Het samenwerken tussen organisaties vraagt ook om een verandering binnen die organisaties die samenwerken. Zo moeten beiden organisaties zich committeren aan de (gezamenlijke) zoektocht, en moeten er mensen en middelen worden vrijgemaakt om dit te ondersteunen. Hier zit een zekere dynamiek tussen: Leren tussen organisaties kan het leren binnen de organisatie stimuleren, omdat het kijken over de schutting tot nieuwe inzichten kan leiden.

Tijdens de leergang zag ik bij deelnemers regelmatig dat leren over de praktijken van een andere organisatie ook leidt tot reflectie op de eigen organisatie. Denk bijvoorbeeld aan een gangbare wijze van faseren, of een specifieke procedure die mensen altijd voor lief hadden genomen, maar misschien ook op een andere manier zou kunnen.
Het schakelen tussen ‘exploreren’ en ‘zoeken naar betrouwbaarheid’; het ‘uit de organisatie stappen’ en weer naar binnen; die bewegingen zijn een kunst op zich en tegelijkertijd noodzakelijk om duurzame transities te verwezenlijken. Persoonlijk hoop ik daar als actie-onderzoeker een steentje aan bij te dragen.

Edith van Ewijk, Postdoc onderzoeker Stepping Out project, UvA en TU Delft

Koppelkansen