Lunchlezing AGV: Van toolbox naar institutionele prikkels voor meervoudige waardecreatie

Op maandag 17 april is bij AGV/Waternet een lunchlezing georganiseerd en is meervoudige waardecreatie onder de aandacht gebracht bij een brede groep collega’s. Tijdens deze lunchlezing ging Fabi van Berkel (KWR) in op de theorie en beleidskaders die het belang van Meervoudige Waardecreatie weergeven.  Rob Ververs (AGV) en Henk-Jan van Alphen (KWR) reflecteerden samen op hun ervaringen in de praktijk, waarbij het project De Nieuwe N200 als succesverhaal werd aangestipt. Bestuurder Sander Mager deelde ook zijn visie op meervoudige waardecreatie en ging vervolgens het gesprek aan met de aanwezige collega’s  over de vraag: hoe krijgen we meervoudige waardecreatie verder in de organisatie? Wat hebben medewerkers daarvoor nodig van elkaar en het bestuur?

Meervoudige waardecreatie: Koppelkans of Koppelnoodzaak?

Het belang van integrale gebiedsgerichte samenwerking en meervoudige waardecreatie werd doorgaans herkend en erkend door de aanwezigen. Het nationale ‘omgevingsinclusieve’ beleid van de NOVI is gericht op een goede afweging tussen het beschermen en ontwikkelen van gebieden, maar prioriteert multifunctioneel ruimtegebruik waar mogelijk. Hoe deze ruimte ingevuld moet worden is een lokale aangelegenheid, maar volgens de huidige kabinetsplannen moet het water en bodemsysteem sturend zijn voor ruimtelijke keuzes.

Een andere trend is het meten en sturen op resultaten en daarmee op de uitkomst van meervoudige waardecreatie. Vanuit Europa komen er verplichtingen aan om breed impact te meten. Jorik Chen maakte inzichtelijk dat AGV al werkt aan effectsturing en dat de afgelopen periode de ‘deelbelangen’ van AGV zijn geformuleerd. Dit maakt het mogelijk om in samenwerking met collega’s binnen de organisatie, maar ook in samenwerking met andere organisaties te gaan sturen op effecten en maatschappelijke doelen. Het is belangrijk om afwegingen ten aanzien van deelbelangen en gezamenlijke belangen expliciet te maken.

‘Het is spannend om het complexer te maken, maar het is wel nodig’

De reflectie van Rob en Henk-Jan maakt inzichtelijk dat deze werkwijze uitdagend is, maar ook dat mogelijk was om meervoudig waarde te creëren in het N200 project. Uit een analyse blijkt dat er voor zes categorieën waarde is toegevoegd, namelijk omgevingskwaliteit, ecologische waarde, financiële waarde, mobiliteit, kennisontwikkeling en sociale waarde. Tijdens de discussie kwam naar voren dat het complexer maken van projecten, voornamelijk in de verkennende en ontwerpfase om meer tijd vraagt, maar dat deze tijd gedurende het project kan worden teruggewonnen en natuurlijk (op de lange termijn) dus winst voor verschillende waarden oplevert. Dit staat nog op gespannen voet met de huidige werkwijze waarbij het snel doorlopen van de voorbereiding gewenst is voor de projectuitvoering. Het adagium bij meervoudige waardecreatie is dat verbreding in een vroege fase kan zorgen voor betere resultaten. Dit vraagt een andere manier van sturen door het Algemeen Bestuur, ook in communicatie naar de buitenwereld.

Uit de discussie bleek dat het belangrijk is om tijdig te bepalen of een project in een gebied op een meervoudige of meer sectorale manier moet worden benaderd. Het zal niet mogelijk of nodig zijn om van elk project een complex koppelproject te maken, maar het is van belang om te herkennen of een project of uitdaging om een meervoudige aanpak vraagt – en ook wanneer dit verandert door nieuwe inzichten. In de verkennende fase wordt samen met collega’s van andere afdelingen of organisaties geformuleerd welke waarden geleverd gaan worden. In deze samenstelling ofwel ‘coalitie’ kan bepaald worden op welke effecten of impact je gaat sturen in een project. Dit is gebiedsafhankelijk en afhankelijk van de opgaven die spelen in dit gebied.

De toolbox ondersteunt met instrumenten, maar institutionele prikkels zijn nodig om tot verandering te komen.

Tijdens de discussie werd duidelijk dat een toolbox waardevol is, maar dat er meer voor nodig is om meervoudige waardecreatie verder te brengen in de organisatie, en in de samenwerking met andere partijen. Er werd opgemerkt dat het tot in de haarvaten van de organisatie reikt om te praten in economische termen of waarden. De taal van de organisatie is geijkt op prestaties en risico’s, terwijl we naar impact toe willen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we niet alleen over euro’s praten, maar dat ook sociale en milieu-impact onderdeel is van elk gesprek? Het inzichtelijk maken van verborgen of vermeden kosten, zoals bijvoorbeeld het inschatten van klimaatschade (zie klimaateffectatlas), is al een stap in de goede richting. Al blijft het daarmee ook vooral een economische discussie.

Een andere verandering die nodig, maar ook erg moeilijk is en voor ongemak zorgt, heeft te maken met de omgang met onzekerheden. Risicomanagement en veel ondersteunende tools zijn gericht op het minimaliseren van risico’s voor de prestatie van het assetsysteem, maar dat is met oog op toenemende onzekerheden niet altijd de meest toereikende benadering. Het optimaliseren van het huidige systeem door te kijken naar de Kosten, Prestaties en Risco’s zou namelijk ook tot verminderde prestatie kunnen leiden in de toekomst. De behoefte kwam naar voren om een projectmodel vorm te geven om beter te kunnen omgaan of sturen met deze onzekerheden.

Tot slot werd er nog gesproken over de rol van het waterschap in de toekomst. Welke taken en verantwoordelijkheden moet het waterschap eigenlijk hebben? Zijn er voldoende goede instrumenten om te sturen op de uitdagingen? De optiematrix in de toolbox geeft een goed overzicht van de mogelijkheden die verschillende governance arrangementen bieden. De tool ondersteunt waterschappen en drinkwaterbedrijven door hen te laten reflecteren op hun houding ten aanzien van nieuwe innovaties of ontwikkelingen, zoals aquathermie of ook gebiedsgerichte samenwerking aan meervoudige waardecreatie.

De sessie werd afgesloten met de oproep van Sander Mager om vooral vocaal te blijven over wat AGV medewerkers nodig hebben. Pas als inzichtelijk wordt waar het in de organisatie vastloopt, kunnen er structurele aanpassingen worden doorgevoerd die de realisatie van meervoudige waarde een dagelijkse praktijk te maken.

Toolbox ‘Waardengenerator’_Lunchlezing_Lunchlezing MVWC AGV.Waternet