Een extra kleur op het kleurenpalet

Welke institutionele innovaties lagen aan de basis voor de implementatie van het Waterschoon-project in Sneek (een afvalwatersysteem dat volledig decentraal functioneert) en welke lessen kunnen hieruit worden geleerd voor andere gemeenten?

Dit is de vraag die ik heb onderzocht voor mijn studie Sociale Geografie en Planologie. Door middel van het in kaart brengen van deze institutionele innovaties in Sneek en te kijken naar in hoeverre deze hebben bijgedragen aan de implementatie van het project, kan er iets worden gezegd over andere ontwikkelingen op het gebied van watergovernance in Amsterdam.

Onderzoek is uitgevoerd aan de hand van: een beleidsdocumentenanalyse, semigestructureerde interviews bij betrokken stakeholders rondom de implementatie van het decentrale watersysteem in Sneek, en interviews afgenomen bij verschillende  specialisten die elk hun eigen kijk hebben op vernieuwing in watergovernance.

Het beeld wat is ontstaan na het doen van uitvoerig onderzoek heeft tot een interessante conclusie geleid. Namelijk, dat het niet institutionele innovaties zijn geweest die het Waterschoon-project in Sneek hebben doen slagen. Daarentegen zijn er een aantal andere belangrijke factoren te noemen die het innovatieve project tot een succes hebben gemaakt.

  1. Juist het bewust niet institutioneel willen innoveren is de kracht geweest van het Waterschoon-project in Sneek. De stuurgroep die verantwoordelijk is voor het Waterschoon-project heeft er bewust voor gekozen om het project op dezelfde manier te organiseren als de manier waarop een conventioneel rioolsysteem is georganiseerd. Op deze manier bleven de verantwoordelijkheden voor de actoren hetzelfde.
  2. Het zijn de actoren geweest die het Waterschoon-project in Sneek tot een succes hebben gemaakt. Het samenwerken van actoren om een innovatie van de grond te krijgen is een lastige opgave in bestuurlijk verkaveld Nederland. De lokale betrokkenheid en het sociale netwerk waar de set actoren verantwoordelijk voor het Waterschoon-project toe behoren heeft tot het succes van het project geleid.
  3. Er werd in het Waterschoon-project gewerkt met een set actoren die hoe dan ook wilden samenwerken en met volle overtuiging het project tot een succes wilden brengen. Dit kan verklaren waarom er juist in Sneek is gekozen om het pilotproject te implementeren. Sneek is namelijk technisch gezien een onhandige plek om een decentraal afvalwatersysteem in te voeren omdat de zuivering van Sneek groot genoeg is.

De set actoren en de bestuurlijke context heeft ertoe geleid dat ondanks alle factoren die de innovatie normaal gezien zouden tegenhouden, Sneek de plek is waar de innovatie succesvol is geïmplementeerd. Hierdoor kan Sneek een zeer belangrijk voorbeeld zijn voor andere proefprojecten die in andere gemeenten en steden, zoals in Amsterdam, zullen gaan plaatsvinden.

Proefprojecten, zoals in Sneek, leggen bewust of onbewust bepaalde zaken aan het licht waarvan geleerd kan worden. Het proefproject in Sneek heeft bijgedragen aan het verkrijgen van een extra kleur op het palet, wat ervoor zorgt dat de maatschappij minder kwetsbaar is voor externe veranderingen en ontwikkelingen.

Lees het volledige onderzoek hier

Ian Minnes (Universiteit van Amsterdam)